Het nieuwe schooljaar begint opnieuw! Er heerst een gezonde dosis van spanning bij de kinderen: ik ga mijn vriendjes terugzien, hoe zal mijn nieuwe juf of meester zijn, wat gaan we allemaal doen dit jaar?
Deze week gingen we naar de opendeurdag om de nieuwe klassen te bezoeken. Ze ontdekten hun plekje in de klas. Ze ontmoetten hun nieuwe juf of meester. Ze kwamen heel enthousiast terug.
De klassen zien er gezellig uit en de eerste ontmoeting met de nieuwe juf of meester was fijn verlopen. Alvast een eerste ding dat ze konden afvinken op hun lijstje.
Volgende op de lijst: de boekentassen terug bovenhalen. Dat verliep net iets minder vlot. De boekentassen van de twee oudste kinderen stonden nog precies op de plek waar we ze eind juni hadden achtergelaten. Oef!
De boekentas van mijn jongste dochter vinden, dat was een ander verhaal. Ze gaat naar het eerste leerjaar dus ze kreeg een grote boekentas.
"Organisatie" is my middle name, dus haar boekentas had ik al maanden geleden voorzien. Ze was heel enthousiast en begon er toen onmiddellijk mee te spelen. Na een paar dagen heb ik de boekentas weggezet met het idee: “De eerste schooldag moet speciaal blijven. Als ze nu al regelmatig met de grote boekentas speelt, dan is het magische moment begin september ervan af.“
Plots was het eind augustus. Tijd om de boekentas terug boven te halen. Geen probleem. Ik stap naar de plaats waarvan ik zeker was dat ik haar boekentas er zou aantreffen. Oei, niet dus. Ik had nog wel een paar andere plekken in mijn hoofd waar ik soms dingen voor de kinderen verstop. Ook daar geen boekentas te vinden. Ik kreeg het iets warmer dan goed is voor een mens. Ik ben als een gek de verschillende kamers gaan doorzoeken, kasten open en toe, onder en boven de kasten…nog altijd niets. Het zweet brak mij uit! Ik vervloekte mezelf. Waarom moest ik de zaken zo ingewikkeld maken door het speciaal te willen houden? Waarom had ik die boekentas niet gewoon op haar kamer laten staan? Zal ik opnieuw een boekentas moeten kopen? Hoe onnozel is dat! Ik besloot om mijn zoektocht te staken en de volgende dag met een fris hoofd te hernemen. Dat gaf me wat tijd om nieuwe ingevingen te krijgen.
De volgende dag begon ik terug met goede moed. Een ‘eureka-moment’ was er nog niet. Ik smeet me weer in alle kasten en maakte de legplanken telkens leeg. Uiteindelijk, een lang uur later, zie ik in mijn ooghoek helemaal achteraan op één van de bovenste legplanken in onze kast het roze ding. Ik ben nog nooit zo blij geweest om een knalroze boekentas te zien!
De kinderen zijn dus alle drie klaar om erin te vliegen, met veel goesting. Een gevoel dat we ook hebben na een deugddoende vakantie. We voelen ons opgeladen en hebben zin om er weer in te vliegen.
Toch gebeurt dat niet altijd.
Ook ik heb het in het verleden al meegemaakt dat ik tegen het einde van de vakantie de knoop in mijn maag voelde terugkomen. Een opgeladen gevoel was niet aan de orde. Het was wel een gespannen gevoel waarbij ik me gestraft voelde om terug te moeten gaan werken.
Gelukkig is dat al 15 jaar geleden en zit ik sindsdien op een leuke plek.
Want ik moet niks. Niemand kan me verplichten om naar een werkomgeving te gaan waar ik niet gelukkig ben of een job uit te oefenen die me geen voldoening geeft.
Het is mijn leven, het zijn mijn keuzes.
Iedereen kan terug opkomen voor zijn of haar werkgeluk. Je hoeft het zelfs niet alleen te doen. In een traject van loopbaancoaching kan je samen met een coach ontdekken waar je wel blij van wordt of welke omgeving wel het beste uit jou haalt.
Laten we kiezen voor het “fijne eerste schooldag”-gevoel.